Voorbereiding | Dieptebehandeling | Oppervlaktebehandeling
Dieptebehandeling van hout en metselwerk is over het algemeen noodzakelijk teneinde de aangetaste zone te isoleren van de rest van het gebouw.
In balken met sectie groter dan 8 cm x 8 cm. Deze dieptebehandeling zal gebeuren door het boren van verticaal schuine gaten van 6 à 20 cm diepte (afhankelijk van de dikte van de stukken), met een doormeter van 0,9 à 1,6 cm, dit op onderlinge afstand van 25 à 30 cm. Deze boringen zullen zoveel mogelijk in de neutrale as van de balken gemaakt worden, teneinde de mechanische weerstand van de constructiedelen zo weinig mogelijk te verzwakken. Na het wegnemen van het door boring ontstane houtafval zullen de constructiedelen zuiver gemaakt worden, waarna de geboorde gaten met een niet uitlogend zwamdodend preparaat onder druk geïnjecteerd worden tot saturatie. De aldus behandelde boringen worden vervolgens met vooraf behandelde wiggen opgestopt.
Aftekenen en opboren van de aangetaste zone, zodanig dat een volledig afgesloten muursectie verkregen wordt. Deze verticaal schuine boorgaten hebben een diepte van 2/3 van de dikte van het metselwerk en een diameter van ongeveer 1,2 cm. De afstand tussen de boorgaten onderling in lijn zal maximum 30 cm bedragen en deze behandeling zal doorgevoerd worden tot minstens 1 meter voorbij de zichtbare aantasting. Het injecteren van de boorgaten met zwamdodend preparaat dient te gebeuren tot saturatie.
Alvorens tot de oppervlaktebehandeling over te gaan zal de ganse werkruimte zorgvuldig gereinigd worden. Alle afval en stof moeten verwijderd worden. De bespuiting dient te gebeuren met mechanische middelen ; doch op zulke wijze dat geen nevel ontstaat. Het hout wordt tot saturatie behandeld.
Bespuiten van het afgekapte en gereinigde muuroppervlak met een zwamdodend product, specifiek voor behandeling van metselwerk.
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer